Een pony/paard
is een groot zwaar dier (300kg/600kg) met een eigen wil.
Eigenlijk is een paard
een in een hechte groep levend, grasetend dier van de weidse vlakten.
Al die eeuwen dat ze onze bondgenoot zijn, hebben daar nauwelijks
iets aan veranderd.
Het paard is een vluchtdier.
Zijn eerste reactie als hij iets onverwachts ziet, hoort of ruikt,
is rennen en dan pas kijken of het wel gevaarlijk was.
Omdat ze in groepen leven,
hebben paarden ook een kudde-instinct. Als een groepsgenoot vlucht,
rent een paard mee om dan pas te kijken wat er aan de hand was.
Het beste eigenschap
van een paard is zijn snelheid en daar maakt hij veelvuldig gebruik
van.
Een paard is ook een
gewoontedier. Als hij ergens bang voor geworden is, zal hij meestal
naar een bekende, veilige omgeving vluchten. In ons geval dus meestal
naar huis, de stal of de uitgang.
Mocht je paard ergens
van schrikken, wees er dan op bedacht dat hij in zijn vluchtreactie
weg van het gevaar zal rennen, naar de andere paarden toe of naar
huis/stal/uitgang.
Pas als een paard gezien
heeft wat het gevaar is en hij besluit er wat aan te doen, gebruikt
hij zijn tanden, voorbenen en achterbenen als hele snelle en effectieve
wapens.
Paarden hebben een onzichtbare
cirkel om zich heen: hun privé-gebied. Paarden accepteren
binnen hun privé-omgeving geen vreemden of anderen die ze
niet aardig vinden of die zich niet op de juiste manier gedragen.
Bij een paard is die privé-omgeving ongeveer een paardlengte
(2 meter).
Paarden hebben een zeer
goede associatievermogen. Een paard zal een slechte ervaring (onterechte
straf, gevaarlijk voorwerp) dan ook niet snel vergeten. Van hun
goede associatievermogen maken wij gebruik als we paarden leren
hoe het er in de mensenwereld aan toegaat en hoe we ze met ons mee
kunnen laten werken, zodat ze er zelf ook plezier aan hebben. In
het algemeen geldt: hoe jonger het dier, hoe onervarener. Een onervaren
paard zal met name oorspronkelijk paardengedrag en paardenreacties
vertonen en minder aangeleerde mensenreacties.
Als er iets gebeurt,
houdt een paard geen rekening met z'n berijder of begeleider. Jij
zult dus rekening met hem moeten houden.
Een paard praat via zijn
lichaam zowel met andere paarden als met ons. Aan de positie van
hoofd, benen en staart, aan de stand van de oren, uitdrukking van
ogen en mond en dergelijke is af te lezen hoe een paard zich voelt.
Het duurt een hele tijd voordat wij de paardentaal kunnen verstaan
en begrijpen. Probeer de paardentaal je eigen te maken door veel
naar paarden te kijken, te luisteren naar instructeurs en ervaren
ruiters en door boeken over paarden te lezen.
Paarden ervaren de wereld
niet zoals wij. Het meest opvallende verschil is zijn gezichtsvermogen.
Een paard heeft zijn ogen aan de zijkant van 't hoofd en dat betekent
dat hij sommige dingen alleen met 1 oog ziet. Als hij vervolgens
met z'n andere flank langs een voorwerp loopt, ziet hij het met
zijn andere oog en kan een voorwerp dus nieuw voor hem lijken. Alleen
wat in de driehoek recht voor het paard is, kan hij goed met 2 ogen
bekijken en met diepte zien. Gevolg is dat een paard zijn hoofd
naar iets toe moet draaien om goed te kunnen zien. Dat moeten we
ook toelaten. Het gebied recht achter en boven zich, kan een paard
niet zien. Van zijn berijder ziet het paard dus alleen de uitstekende
en wapperende armen en benen. Als je onverwachte bewegingen maakt
met die armen en benen, kan een paard daar goed van schrikken. Onderstaande
afbeelding geeft aan wat een paard wel en niet kan zien.
|